EMU saldo
Uit de balans kan het EMU-saldo worden afgeleid. Dit is het verschil tussen inkomsten en uitgaven op kasbasis, terwijl wij het baten- en lastenstelsel hanteren. Het toerekenen van geldstromen aan boekjaren verschilt hierbij. Zo nemen wij de kosten van investeringen niet in één keer, maar smeren wij deze uit over de totale gebruiksduur. Ook gebruiken wij reserves waarin we ‘geld’ tijdelijk ‘parkeren’ en later alsnog benutten.
Omdat het overschrijden van het EMU-saldo als totale overheid, meer uitgeven dan dat er binnenkomt, consequenties heeft, vindt men het belangrijk dat ook decentrale overheden sturen op het EMU-saldo. De landen van de Europese Unie hebben afgesproken dat de totale overheid jaarlijks een tekort mag hebben van maximaal 3% van het bruto nationaal product. Dit Emu-saldo is het saldo van de gehele overheid in een land. Gemeenten tellen dus ook mee.
In onderstaande tabel is het EMU-saldo bepaald op basis van de ontwikkeling van de financiële balansposten, zijnde de financiële activa en passiva (vast of vlottend). Immers, hier zitten de geldmutaties.
bedragen * € 1 miljoen | jaarrekening | begroting | ||
|---|---|---|---|---|
eind ' 23 | eind ' 23 | eind ' 24 | eind ' 25 | |
1. Financiële vaste activa | 3,8 | -4 | -20 | -4 |
2. Financiële vlottende activa | 89 | -32 | 33 | 0 |
3. Financiële passiva | -53 | 203 | -11 | 45 |
Emu saldo | 39,8 | 167 | 2 | 41 |
Totale lasten programma's | 1096 | 991 | 978 | 988 |
Emu saldo als % van de lasten | 3,6% | 16,9% | 0,2% | 4,1% |
Het EMU-saldo van de gemeente Nijmegen is de komende jaren overwegend positief. Dit betekent dat er minder geld binnenkomt dan er uitgegeven wordt. Reden hiervan is dat we verwachten meer te investeren in zowel reguliere investeringen als grondexploitaties. Deze negatieve kasstroom zorgt ervoor dat we meer extern moeten lenen: de schuldpositie stijgt.
Per saldo betekent dit dat we er van uitgaan dat de gemeente Nijmegen bijdraagt aan een verhoging van het Nederlands EMU-saldo.