Rente & risico's
Omslagrente
De rente en financieringskosten voor het aantrekken van leningen en het gebruik van ons eigen vermogen berekenen wij door naar de taakvelden. Dit doen we met een verdeelsleutel die we de omslagrente noemen. In de afgelopen jaren hebben we de omslagrente stapsgewijs verlaagd naar 0,8%. Dit werd ingegeven door onze rentevisie voor lang geld, waarbij we zagen dat de tendens van lagere rentes zich voortzette.
De rente is het eerste halfjaar van 2023 sterk gestegen en momenteel 3,5%. Ondanks de rente stijgingen hebben we de rekenrente in 2023 gelijk gehouden. Doordat we weinig nieuwe financiering nodig hadden in 2023 hebben we weinig last gehad van de gestegen rente.
De gemeente maakt gebruik van leningen die pas aan het einde van de looptijd moeten worden afgelost. Als een lening afloopt moeten we deze meestal – deels- vervangen. Het risico bestaat dat de rente op dat moment hoog is. Om dit risico te beperken spreiden we meerjarig de momenten waarop leningen aflopen.
Bij elke looptijdkeuze kijken we ook naar de renteontwikkeling. In voorgaande jaren varieerden we aangegane leningen doorgaans met looptijden van 1 tot 10 jaar. Gezien de lage rentestand is het aantrekkelijk om leningen aan te gaan met een langere looptijd. Hiermee bereiken we een nog duurzamere financiering.
Het risico dat partijen waaraan we geld hebben verstrekt hun rente en aflossing niet meer kunnen betalen, wordt zoveel mogelijk beperkt. Bij de aanvraag beoordelen we of een instelling een gezonde financiële positie heeft en de rente en aflossing kan blijven betalen. Daarnaast vragen we bij een onderpand om een hypotheekrecht en betrekken we waar mogelijk een waarborgfonds. Door een borgstelling van een waarborgfonds wordt het verlies bij het afboeken van een lening gedeeld.
De oude leningen aan woningcorporaties (eind 2023: 13,8 miljoen euro) zijn volledig geborgd door het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW). Sinds 1983 loopt dit niet meer direct via de gemeente. In plaats daarvan staat het waarborgfonds garant voor leningen van banken aan woningcorporaties. Gemeenten en het Rijk nemen samen wel een achtervangpositie in richting het WSW. Hier is echter nog nooit een beroep op gedaan. Leningen aan sportclubs worden voor 50% geborgd door de Stichting Waarborgfonds Sport.
Bankzaken van gemeenten vinden overwegend plaats met de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG), de Nederlandse WaterschapsBank (NWB) en uiteraard het Rijk. Met het Rijk in verband met het verplichte schatkistbankieren. Naast het sluiten van rechtstreekse leningen bij genoemde instellingen, maken wij ook gebruik van schuldpapier. In dat geval treedt de BNG op als tussenpersoon van een lening.