Paragrafen

Weerstandsvermogen & risicobeheersing

Risico's

Wereldproblemen raken ook Nijmegen
Wat er in de wereld gebeurt, raakt ons ook. De oorlog in Oekraïne duurt nog voort, dus hebben we in 2023, net als het jaar ervoor, Oekraïners opgevangen. Oekraïense kinderen in de basisschoolleeftijd kunnen deelnemen aan het reguliere onderwijs en voor middelbare scholieren is er nieuwkomersonderwijs. Voor andere vluchtelingen hebben we op verzoek van de Rijksoverheid opnieuw een tijdelijke crisisnoodopvanglocatie beschikbaar gesteld in Winkelsteeg. Voor de stijgende energie prijzen zijn er door Rijk en Gemeente Nijmegen ook in 2023 middelen beschikbaar gesteld om inwoners, bedrijven en instellingen die hun energierekeningen niet kunnen betalen, tegemoet te komen.

Planexploitatierisico's
Ook bij de planexploitaties zorgen de oorlog in Oekraïne, krapte op de arbeidsmarkt, stijgende prijzen en rente voor onzekerheid. Hoe de economie en vastgoedmarkt zich de komende periode gaan ontwikkelen, blijft grillig. De parameters waarmee we de planexploitaties doorrekenen, zijn opgesteld met de kennis van vandaag en zijn een zo goed mogelijke inschatting. Deze parameters zijn gebruikt bij het opstellen van de VGP 2024 en inmiddels is de impact van de bijstelling van de parameters verwerkt in de Stadsrekening 2023.

Waalsprong
Op de grondexploitatie Waalsprong is voor het VGP 2024 een Monte Carlo-analyse uitgevoerd. Het resultaat van de Monte Carlo-analyse geeft weer wat de mogelijke financiële resultaten zijn van de grondexploitatie en geeft daarmee inzicht in het risicoprofiel van deze grondexploitatie. Het risicobeleid van gemeente Nijmegen bepaalt dat het totale risico op basis van een betrouwbaarheidsinterval van 80% financieel moet worden afgedekt. Het af te dekken risicoprofiel bedraagt daarmee netto contant 21 miljoen euro. Inmiddels is de impact van de bijstelling van de parameters verwerkt in de Stadsrekening 2023 en stijgt het risicoprofiel naar 26,7 miljoen euro.

Winkelsteeg Kanaalzone
De risico’s die samenhangen met de gepresenteerde ontwikkelvisie en de gewijzigde grondexploitatie zijn in beeld gebracht en door middel van een Monte Carlo-analyse gekwantificeerd. Het totale risicoprofiel bedraagt 54,8 miljoen euro bij het voorgeschreven zekerheidspercentage van 80%, wat 2,3 miljoen euro hoger is dan bij de rapportage grote projecten 2024 (VGP 2024).

Stationsgebied
Voor de risicoanalyse is, net als bij de planexploitatie Winkelsteeg Kanaalzone, Waalsprong, met ondersteuning van het externe bureau Brinkgroep een Monte Carlo risico analyse opgesteld. Het totale risicoprofiel bedraagt 30,1 miljoen euro op eindwaarde. Het risicoprofiel is redelijk stabiel maar op onderdelen zijn er wel degelijk mutaties. Zo zorgt de duidelijkheid binnen een aantal projecten voor een kleiner risicoprofiel. We hebben meer duidelijkheid gekregen door de aanbesteding van de Westentree en het sluiten van een koop- realisatieovereenkomst voor de voormalige UWV.

Project, bedragen * € 1.000

Stadsrekening  2023

VGP 2024 

Waalsprong 

26.700

21.000

Waalfront

4.600

4.600

Onderwijshuisvesting

2.000

2.000

Stationsomgeving

30.100

30.100

Winkelsteeg/ kanaalzone

54.800

52.500

Nyma Mercuriuspark

900

900

Overige projecten

2.600

2.600

Subtotaal

121.700

113.600

Dempingsfactor

10%

10%

Totaal

109.530

102.240

Het totale risicoprofiel van de grondexploitaties is daarmee gestegen ten opzichte van het VGP 2024 van 102,2 miljoen euro naar 109,5 miljoen euro.

Mutaties vinden hun oorzaak in civieltechnische kosten en vertragingsrisico’s en de huidige onzekere markt.
Onderstaand leest u een overzicht van de risico's in de tijd. We merken nog op dat we bij het uitzetten in de tijd, overeenkomstig de afspraken bij de kadernota 2016, de dempingsfactor van 10% achterwege laten.
Hieronder geven we de risico's voor de jaren 2024 tot en met 2027 in afzonderlijke kolommen weer. De risico's van 2028 tot einde looptijd staan in de laatste kolom. Voor Waalsprong geldt als laatste jaar 2033 en voor Waalfront is het laatste risicobedrag in 2028. Het Stationsgebied loopt tot 2030. Voor de planexploitatie Winkelsteeg/Kanaalzone is de inschatting dat ze tot 2042 gaan lopen.

Project

Totaal risico

2024

2025

2026

2027

latere jaren

Waalsprong 

26.700

7.900

7.800

8.000

5.100

-2.100

Waalfront

4.600

1.300

1.300

900

800

300

Onderwijshuisvesting

2.000

1.100

700

200

0

0

Stationsomgeving

30.100

1.900

3.700

2.700

4.200

17.600

Winkelsteeg /kanaalzone

54.800

7.100

7.500

11.200

9.900

19.100

Nyma Mercuriuspark

900

600

100

100

100

0

Overige projecten

2.600

900

900

400

300

100

totaal

121.700

20.800

22.000

23.500

20.400

35.000

Programmarisico's
Wij hebben de risico-inventarisatie in ons risicomanagementsysteem geactualiseerd. Deze inventarisatie heeft 121 geïdentificeerde risico's opgeleverd die voldoen aan de afgesproken criteria:

  • risico’s met grote financiële gevolgen
  • waarvoor de oorzaken niet door de gemeente kunnen worden beïnvloed, of waarvoor de gemeente nog niet in staat is geweest om passende beheersingsmaatregelen te treffen om de kans of het gevolg van het risico terug te dringen.

Risico’s die al zijn afgedekt door maatregelen laten we buiten beschouwing. Het deel van financiële risico’s dat is afgedekt door verzekeringen laten we ook buiten beschouwing.
Hieronder staat de top 10 met de belangrijkste risico’s, met in de eerste kolom een korte omschrijving van het risico en daarnaast het maximale bedrag dat het risico als nadeel in de begroting tot gevolg kan hebben en een inschatting van de kans dat het risico optreedt.

Risico’s gemeentelijke activiteiten exclusief planexploitatierisico's

 Max. netto gevolg x
1 miljoen euro 

Netto Kans %

Invloed (%)

De kosten voor Gemeente Nijmegen van de jeugdzorg zijn de afgelopen jaren gestegen. De zorgsoorten met de meeste dynamiek zijn hierbij: Jeugd GGZ en ambulante begeleiding en dagbesteding. Het risico van de Jeugdwet in combinatie met een toenemende vraag naar jeugdhulp bij jeugdigen en gezinnen is dat de kosten de komende jaren blijven toenemen. Door middel van het regioprogramma Jeugd en het Lokaal Plan Jeugd zetten we interventies in om de kosten zoveel mogelijk te drukken. Echter, de kostenontwikkeling is niet voor 100% door de gemeente te beïnvloeden i.v.m  rijksbeleid, wettelijke verwijzers, maatschappelijke ontwikkelingen (demografie, kwaliteit onderwijs) en de effecten van marktwerking in de jeugdhulp. De stad gaat in de aankomende jaren groeien, de prognose voor de kostenkant loopt daarbij mee op.  Omdat er onzekerheden zijn over. wat de maatregelen gaan opleveren en wat het Rijk gaat doen is er een fors risico opgenomen..

 €       20.200.000

70%

65,56%

Wanneer het ministerie an VWS over zal gaan tot deze tariefswijziging kunnen zij het macrobudget verlagen met een bedragen van rond de 300 miljoen. Het verdiepend onderzoek GGZ-doelgroep van Significant Public schat in het meest aannemelijk scenario de totale uitgaven aan Beschermd Wonen op 1,1 miljard met een bandbreedte van 100 miljoen. In 2022 bedroeg de totale integratie-uitkering 1,4 miljard. Dit zou een uitname van 300 miljoen kunnen betekenen. Op zijn vroegst speelt dit risico vanaf 2024 en voor gemeente Nijmegen betekent dit 10 miljoen in het jaar 2024. Wanneer het risico zich later zou voordoen (2025 en verder) daalt het bedrag van 10 miljoen (het deel van Nijmegen) vanwege de decentralisatie van Beschermd wonen naar de regiogemeenten.
Op zijn vroegst speelt dit risico vanaf 2025. Het Rijk heeft dit voorjaar besloten om voor 2023 en 2024 het overschot op integratie-uitkering beschermd wonen niet uit het gemeentefonds te halen.
Verder kunnen de inspanningen om de instroom naar de Wlz te laten afnemen ook een toename van instroom en verblijfsduur in de BW-voorzieningen tot gevolg hebben.

 €       10.000.000

25%

8,40%

 Vanaf 2026 wordt de Wmo weer inkomensafhankelijk. De Rijksbijdrage aan de gemeente wordt verlaagd, maar het risico bestaat dat het effect van de herinvoering niet tot een grote uitstroom zal leiden en de inkomsten aan eigen bijdragen de afroming van de Rijksbijdrage niet zal compenseren.

 €        2.300.000

50%

5,53%

Gemeente Nijmegen is, net als andere deelnemende gemeenten in de MGR, risicodrager. Indien een risico zich voordoet, zal een financieel beroep gedaan kunnen worden op de gemeente(n).

 €        3.214.000

30%

4,22%

 Vóór Corona nam de vraag naar vraagafhankelijk vervoer (VAV) jaarlijks fors toe. Tijdens Corona is er aanzienlijk minder gebruik gemaakt van het vervoer en zal naar verwachting nu weer gaan toenemen. In 2023 monitoren we de verdere ontwikkeling van de vraag. De vraag naar VAV kunnen we naar verwachting in 2024 nog opvangen binnen de begroting. Vanaf 2025 wordt dit vermoedelijk een probleem.

 €          950.000

80%

2,23%

De vraag naar huishoudelijke hulp zorgt voor een overschrijding van het budget a.g.v. gestegen tarieven en volumetoename a.g.v. de autonome groei. Risico vanaf 2025

 €          400.000

90%

1,44%

Onderwijshuisvesting : De gemeente is nu met Aloysius in gesprek met als voorwaarden doordecentralisatie. In januari 2023 wordt de intentieovereenkomst over de toekomst van Aventurijn getekend. Er is een krediet van € 15,5 miljoen gereserveerd in samenhang met het bewegingsonderwijs van Aloysius op Park Neerbosch. Onderzoek moet uitwijzen of deze € 15,5 miljoen genoeg is?
De kans is reëel dat het schoolbestuur uiteindelijk niet wenst door te decentraliseren en geen bouwheer wenst te zijn en er dan ook extra investeringsbudget nodig is.

 €        2.000.000

20%

1,35%

Wmo. Volumegroei Wmo ambulante begeleiding. Als de Buurtteams Volwassenen er niet in slagen om 80% van de cliënten zelf te ondersteunen en begeleiden, bestaat het risico dat de vicieuze cirkel van wachtlijsten en een groot beroep op aanvullende zorg niet wordt doorbroken, waardoor de Buurtteams een te groot deel van hun tijd moeten blijven besteden aan indicatiestelling en teveel cliënten worden doorverwezen naar aanvullende zorg.

 €          750.000

50%

1,26%

WMO HH en HM. Capaciteitsproblemen op de toegang voor huishoudelijke hulp en hulpmiddelen, waardoor cliënten te lang op hulp moeten wachten.

 €          400.000

90%

1,20%

Minimabeleid. Zowel de omvang van de doelgroepen van het minimabeleid als het gebruik van de regeling is geschat. Deze prognose is moeilijk 100% op realiteitswaarde in te schatten. Minimaregelingen zijn open einde-regelingen. Dit betekent dat wanneer iemand recht heeft op een regeling, er een uitkering uit hoofde van die regeling moet plaatsvinden. Door extra communicatie, economische ontwikkelingen en/of verkeerde inschattingen van de omvang van de doelgroep, kan er sprake zijn van over- of onderuitputting van budgetten.

 €          500.000

70%

1,17%

Onder ‘kans’ schatten we hoe groot de kans is dat het risico zich voordoet. De cijfers in deze twee kolommen kunnen niet zomaar vermenigvuldigd worden. Op basis van de geschatte kans en het financiële risico na toepassen van beheersmaatregelen, voert het risicomanagementsysteem Naris een statistische analyse uit. Op grond daarvan kunnen wij met een redelijke mate van zekerheid beoordelen of ons weerstandsvermogen toereikend is om deze risico’s op te kunnen vangen.

Als een risico zich daadwerkelijk voordoet, zullen we eerst de directe effecten in de lopende begroting proberen op te vangen, voordat we een beroep doen op de saldireserve. Bij een zekerheidspercentage van 80% komt uit de Monte Carlo-simulaties, uitgevoerd in het risicomanagementsysteem een risicoprofiel van 21,8 miljoen euro.  Hierbij houden we rekening met beheersmaatregelen. Dat is hoger dan aan de inschatting bij de stadsbegroting 2024-2027

Gemeentefonds
Een belangrijke inkomstenpost voor de gemeente is de gemeentefondsuitkering vanuit het Rijk. Deze uitkering is gebaseerd op een aantal parameters, zoals bijvoorbeeld de inwoneraantallen en oppervlakte van gemeenten, maar ook op de rijksuitgaven (de "trap op-trap af systematiek") en de ruimte onder het BCF (Btw compensatiefonds).
Ieder jaar blijkt dat de definitieve vaststelling van de gemeentefondsuitkering afwijkt van de verwachting. Deze afwijking kan zowel positief als negatief zijn. Bij ieder Planning en Control (P&C) document herijken we het bedrag van de uitkering en passen we de begroting aan.

Extra middelen voor gemeenten voor jeugdhulp 2024
In de meicirculaire zijn, gezegd, door het kabinet ter compensatie van tekorten in de jeugdzorg middelen toegekend voor 2023. Het kabinet gaat de komende tijd met gemeenten en andere partijen verder in gesprek over de Hervormingsagenda Jeugd; die zal gaan bestaan uit een combinatie van kostenbesparende maatregelen en een financieel kader waarmee een structureel houdbaarder jeugdstelsel wordt gerealiseerd. Bij het afsluiten van deze Hervormingsagenda zal het kabinet ook besluiten over de extra middelen voor 2024 en verder die aan gemeenten beschikbaar gesteld gaan worden. Het advies van de Arbitragecommissie c.q. de Commissie van Wijzen vormt het uitgangspunt. Voor de jaren 2023 tot en met 2026 hebben het Rijk, de VNG en het Interprovinciaal Overleg (IPO) al eerder afgesproken dat de gemeenten een stelpost mogen opnemen in de begroting van nog te ontvangen middelen. Het risico bestaat dat we niet volledig worden gecompenseerd.

Ruimte onder het BCF-plafond
Het BCF) en het gemeentefonds zijn communicerende vaten. Dat wil zeggen dat het bedrag dat in het BCF overblijft nadat alle aanspraken zijn verrekend, wordt toegevoegd aan het gemeentefonds. Tot 2019 werd dit bedrag opgenomen in de meicirculaire en toegevoegd aan de begrote uitkering gemeentefonds van het rijk. Vanaf 2019 wordt dit bedrag niet meer geraamd, maar alleen nog uitgekeerd op realisatiebasis. In de begroting hebben wij een raming opgenomen voor de ruimte onder het BCF plafond geraamd overeenkomstig het standpunt van de provincie, het ministerie van Binnenlandse zaken en de Vereniging Nederlandse Gemeenten. Het risico bestaat dat die ruimte niet geheel tot uitkering komt, evenals dat wij een risico lopen op afwijkingen tussen realiteit en aannames van de overige parameters.

Vennootschapsbelasting (landelijk verschil van mening tussen de Belastingdienst en de gemeenten)
Met ingang van 2016 zijn gemeenten vennootschapsbelastingplichtig. Wij hebben onderzoek gedaan naar de verplichtingen die hiermee samenhangen. Op de eerste plaats moesten we beoordelen of de gemeente door de 'ondernemerspoort' komt. Daarvoor is bepalend of gemeentelijke activiteiten mogelijkerwijs winst met zich meebrengen. De conclusie is dat de parkeervoorzieningen, de vastgoedtak en de grondexploitaties niet winstgevend zijn. Over reclameactiviteiten heeft de Belastingdienst het standpunt dat daarmee een onderneming wordt gedreven. De gemeente Nijmegen, en ook andere gemeenten, delen dit standpunt niet. Op 30 augustus 2022 kwam de rechtbank Gelderland tot het oordeel dat het door gemeente Nijmegen ingestelde beroep gegrond is. Op 14 december 2022 hebben we bericht gekregen van de rechtbank dat de belastingdienst in hoger beroep gaat tegen deze uitspraak.

Deze pagina is gebouwd op 06/10/2024 09:30:35 met de export van 06/10/2024 09:14:22