Paragrafen

Bedrijfsvoering

Resultaat op bedrijfsvoering

Zoals in de vorige paragraaf is aangegeven, maken de loonsomkosten en de kosten voor inhuur een belangrijk deel uit van de organisatiekosten. Daarnaast worden nog andere kosten voor de organisatie gemaakt, bijvoorbeeld huisvesting en ICT. In onderstaande tabel zijn deze uitvoeringskosten opgenomen die ten laste komen van de programma’s, na de tabel wordt het resultaat toegelicht:

 

Programma; bedragen x € 1 miljoen

Begroot dynamisch

Realisatie

Resultaat

Bereikbaarheid

8,8

9,2

-0,5

Bestuur en organisatie

70,9

71,7

-0,8

Cultuur en cultureel erfgoed

5,2

5,0

0,1

Economie en toerisme

2,1

2,0

0,1

Financiën

3,5

3,3

0,2

Onderwijs

3,0

2,9

0,1

Openbare ruimte

7,9

7,4

0,5

Sport

5,5

5,0

0,5

Veiligheid

7,4

7,8

-0,4

Welzijn, Wijkontwikkeling en Zorg

22,5

22,7

-0,2

Werk en Inkomen

15,3

15,9

-0,6

Wonen en stedelijke ontwikkeling

7,9

7,7

0,2

Eindtotaal

160,1

160,7

-0,7

Resultaat: positief is voordeel, negatief is nadeel


De totale uitvoeringskosten zijn per saldo 0,7 miljoen euro hoger uitgevallen dan begroot. Dit is 0,4% op het totaal en is voornamelijk te danken aan:

  • Stijging energiekosten gemeentelanden panden. De energiekosten zijn in november voor het jaar 2023 volledig vastgezet en zijn fors hoger dan de prijzen die we tot 2023 betaalden.
  • Eenmalige applicatiekosten (o.a. implementatiekosten. Tot en met 2022 hebben we implementatie implementatiekosten van Software as a Service (SaaS) als investering verantwoord. Het BBV zegt dat dergelijke implementatiekosten niet als investering mogen worden aangeduid, omdat geen sprake is van een vast actief (een investering met economisch nut): je hebt immers niet het juridisch en het economisch bezit. Hierdoor dienen de daaraan gerelateerde implementatiekosten als exploitatiekosten te worden aangeduid.
  • VGRZ-FLO betalingen. Bij het overgaan van de brandweer van de gemeente naar de Veiligheidsregio Gelderland-Zuid (VRGZ) per 1 januari 2013, zijn de budgetten voor het Functioneel Leeftijdsontslag (FLO- een soort vroegpensioen voor functies die lichamelijk en psychisch te zwaar zijn om tot de pensioengerechtigde leeftijd vol te houden) van het voormalige gemeentelijke brandweerpersoneel achtergebleven bij de gemeente. Jaarlijks vindt er een afrekening plaats. De berekeningen hiervoor worden gemaakt door de VRGZ, vergezeld van een accountantsrapport met bevindingen. De kosten fluctueren door de tijd heen. Door landelijke wijzigingen bleken de berekeningen van VRGZ te laag.
  • Hogere inhuurkosten. Door tijdelijke vacatureruimte is er additioneel ingehuurd.

Tegenover deze nadelen staan ook diverse voordelen in 2023, waaronder een begrote indexatie van de materiële budgetten die hoger ligt dan de werkelijke indexatie en een a-structureel voordeel op de salariskosten van medewerkers in loondienst door het tijdelijk niet in kunnen vullen van vacatures.

In de Stadsrekening 2022 hebben wij over de uitvoeringskosten aangegeven dat het groter beroep op inhuur tot hogere kosten leidt en dat er vermoedens waren dat de toerekening van uitvoeringskosten naar projecten niet volledig is. In 2023 is dit verder onderzocht en hoewel we nog niet een volledig beeld hebben is wel gebleken dat de interne tarieven die gebruikt worden onvoldoende rekening houden met de toenemende beroep op inhuur. In 2024 gaan we verdere stappen nemen om het beeld volledig te maken. We gaan er vanuit dat we vanaf 2025 tot een zuivere toerekening van kosten gaan komen.
Vooruitlopende hierop treffen we in 2024 tijdelijke maatregelen om de toenemende beroep op inhuur te verdisconteren  in de  toerekening naar projecten.

Deze pagina is gebouwd op 06/10/2024 09:30:35 met de export van 06/10/2024 09:14:22