| 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
basisset (BBV) | 31,8 | 42,9 | 61,4 | 74,5 | 74,3 | 70,5 | 64,7 | 58,8 | 47,0 | |
Aantal banen per 1.000 inwoners 15 t/m 64 jaar | 811,8 | 801,8 | 789,9 | 789,6 | 805,1 | 822,0 | 825,9 | 849,0 | 884,4 | |
Gemiddelde benchmark | 843,6 | 844,7 | 851,3 | 864,1 | 879,4 | 892,5 | 890,6 | 907,8 | 931,4 | |
Netto arbeidsparticipatie | 65,7 | 65,9 | 65,7 | 67,8 | 68,1 | 68,9 | 69,4 | 70,2 | 71,8 | |
Gemiddelde benchmark | 64,5 | 64,9 | 65,2 | 66,0 | 67,1 | 68,1 | 67,7 | 69,0 | 70,8 | |
Percentage werkloze jongeren (16 t/m 22 jaar) | 2% | 2% | 2% | 2% | 2% | 3% | 3% | 2% | 2% | |
Gemiddelde benchmark | 2% | 2% | 3% | 3% | 3% | 2% | 2% | 2% | 2% | |
Aantal personen met een bijstandsuitkeringen per 10.000 inwoners | 633,3 | 665,1 | 676,6 | 639,8 | 617,4 | 720,9 | 656,1 | 586,2 | 560,6 | |
Gemiddelde benchmark | 587,1 | 607,2 | 611,4 | 585,2 | 560,9 | 637,9 | 599,8 | 525,9 | 499,1 | |
Percentage kinderen (0 t/m 17 jaar) in uitkeringsgezin | 10% | 10% | 11% | 10% | 10% | 10% | 10% | 9% | 9% | |
Gemiddelde benchmark | 10% | 10% | 11% | 10% | 10% | 10% | 10% | 9% | 9% | |
Aantal lopende re-integratievoorzieningen per 10.000 inwoners van 15 t/m 64 jaar | 73,0 | 73,7 | 76,5 | 73,6 | 75,4 | |||||
gevraagd door raad | ||||||||||
Aantal mensen dat uit de bijstand uitstroomt naar werk | 761 | 755 | 668 | 868 | 933 | 732 | 610 | 883 | 680 | 535 |
Percentage mensen dat jaar na uitstroom uit de bijstand door werk niet opnieuw ingestroomd is | 87% | 87% | ||||||||
Percentage zelfstandige huishoudens dat zegt dat financiële situatie slecht is | 9% | 6% | 5% | 4% | 5% | |||||
Aantal Nijmegenaren dat gebruik maakt van 1 of meer inkomensondersteunende voorzieningen | 15.994 | 17.125 | 18.345 | 18.544 | 19.126 | 19.052 | 20.756 | 27.657 | ||
Aantal Nijmegenaren met inkomen tot 130% sociaal minimum | 27.300 | 26.500 | 26.500 | 26.500 | 26.200 | 25.800 | 26.100 | 24.600 | 24.100 |
Toelichting
Het jaar 2023 is nog niet overal gevuld. Dit kan komen doordat de cijfers voor 2023 pas in de loop van 2024 ter beschikking komen. Dat geldt onder meer voor veel van de verplichte indicatoren, waarvoor waarstaatjegemeente.nl de bron is. Daarnaast geldt voor diverse indicatoren dat deze tweejaarlijks gemeten worden (en enkele worden zelfs vierjaarlijks gemeten).
- Gemiddelde benchmark
Het gemiddelde voor de steden Arnhem, Eindhoven, Enschede, Groningen, Leiden, Maastricht, Nijmegen en Tilburg. - Aantal banen per 1.000 inwoners 15 t/m 64 jaar
In Eindhoven, Arnhem, Groningen en Leiden is dit aantal hoger dan in Nijmegen; in Leiden, Tilburg en Enschede is dit aantal lager dan in Nijmegen. In vergelijking met de benchmarksteden is het aantal banen in Nijmegen in de jaren 2017 tot en met 2022 relatief sterk toegenomen, na een periode waarin de banengroei in Nijmegen relatief minder sterk was. - Netto arbeidsparticipatie
Het gaat om het percentage van de werkzame beroepsbevolking ten opzichte van de potentiële beroepsbevolking. De potentiële beroepsbevolking is het deel van de bevolking dat gezien de leeftijd in aanmerking komt voor deelname aan het arbeidsproces. - Percentage werkloze jongeren (16 t/m 22 jaar)
Personen van 16 t/m 22 jaar die als werkzoekende staan ingeschreven bij het UWV WERKbedrijf en tegelijkertijd geen baan hebben als werknemer volgens de Polisadministratie (waarin UWV informatie verzamelt over loon, uitkeringen en arbeidscontracten). Het werkloosheidspercentage volgens deze definitie is lager dan het werkloosheidspercentage voor de 15- t/m 24-jarigen op basis van de Enquête Beroepsbevolking van het CBS. In 2023 lag het werkloosheidspercentage voor de 15- t/m 24-jarigen op 8,4% (versus 4% voor de totale Nijmeegse beroepsbevolking).
- Aantal re-integratievoorzieningen per 10.000 inwoners van 15 t/m 64 jaar
De gegevens komen uit de Statistiek Re-Integratie door Gemeenten van het CBS. Het aantal varieert in 2023 van 72 in Eindhoven en 75 in Nijmegen tot 228 in Enschede en 238 in Groningen. Die sterk uiteenlopende aantallen per stad hebben te maken met verschillen tussen de gemeenten in wat ze wel en niet tot re-integratievoorzieningen rekenen. Deze verplichte BBV-indicator is daarom niet geschikt voor een vergelijking met de benchmarksteden. Op verzoek van de gemeenteraad onderzoeken Bureau Onderzoek en Statistiek en Maatschappelijke Ontwikkeling (begin 2024) of en op welke manier een beter zicht op de re-integratie in Nijmegen, ook in vergelijking met andere gemeenten, gegeven kan worden. - Aantal mensen dat uit de bijstand uitstroomt naar werk
Hierbij zijn de IOAW en IOAZ wel meegerekend en de BBZ niet. Bij uitstroom naar werk kan het gaan om werken bij een werknemer of werken als zelfstandige.
- Percentage mensen dat jaar na uitstroom uit de bijstand door werk niet opnieuw ingestroomd is Het gaat om het percentage mensen dat 1 jaar na uitstroom uit de bijstand door het vinden van werk niet opnieuw ingestroomd is.
- Percentage zelfstandige huishoudens dat zegt dat financiële situatie slecht is
De bron voor deze indicator is de tweejaarlijkse Burgerpeiling.
- Aantal Nijmegenaren dat gebruik maakt van 1 of meer inkomensondersteunende voorzieningen
Voor huishoudens met een laag inkomen zijn er in Nijmegen verschillende gemeentelijke regelingen om financiële ondersteuning te krijgen. De belangrijkste daarvan zijn: Individuele Inkomenstoeslag, Individuele bijzondere bijstand, Meedoenregeling, Kinderfonds, Collectieve Aanvullende Ziektekostenverzekering en Busvoordeelpas. In 2022 was het aantal mensen dat gebruik maakte van 1 of meer inkomensondersteunende voorzieningen een stuk hoger dan in 2021. Dit heeft vooral met de Energietoeslag te maken.
Klik hier voor meer onderzoeksuitkomsten/statistieken over werk en inkomen:
https://swm2023-nijmegen.pcportal.nl/p56185/kerncijfers